Coachen als professie |
1.situatie, gebeurtenis |
2.Stemming + score |
BO 3.Belemmerende overtuiging/beeld |
4.Bewijzen vóór |
5.Bewijzen tegen |
SO 6.Stimulerende overtuiging/beeld |
7.Stemming nu +score |
Wat gebeurde er, wat was je aan het doen? Wie waren erbij betrokken, wanneer, hoe, wat? |
Beschrijf je stemming in 1 of 2 woorden en scoor je stemming van 0-10. |
Welke gedachte kwam automatisch in mij op net voor ik me zo begon te voelen? Welke beelden/herinneringen horen bij deze situatie? Welke conclusie trok ik? Wat zegt dit over mij? Wat betekent dit voor mij? Hoe belemmert dit mijn leven, toekomst? |
Schrijf feitelijke bewijzen die deze conclusie ondersteunen (geen meningen of interpretaties). | Gebruik de vragen uit Tip 1 hieronder om bewijzen tegen te vinden. | Gebruik Tip 2 hieronder om een meer effectieve stimulerende gedachte te formuleren. |
Tip 1 – vragen om je te helpen bewijzen tegen te vinden
Tip 2 – vragen die helpen om effectiever te denken